strafrechtadvocaat.nu

Internationaal strafrecht/uitlevering/overlevering

Criminaliteit beperkt zich niet tot binnen de landsgrenzen. Daarom bestaat het Internationaal Strafrecht. Binnen het Internationale Strafrecht zijn verschillende gebieden te onderscheiden. Hieronder volgen een aantal waarmee u in aanraking kunt komen.

 

Uitlevering en Overlevering:

Nederland heeft met veel landen verdragen gesloten op basis waarvan u kunt worden uitgeleverd aan een ander land. Bij zowel uitlevering als overlevering is er sprake van een gedwongen overdacht van de ene Staat naar de andere met als doel uw strafvervolging of de tenuitvoerlegging van de aan u opgelegde straf.

 

Uitlevering:

Nederland  levert niet zomaar aan elke staat mensen uit. Voordat iemand uitgeleverd kan worden, moet aan een aantal voorwaarden voldaan zijn. Wat die voorwaarden zijn hangt onder andere af van het toepasselijke verdrag. Een aantal voorwaarden wordt evenwel door bijna elk verdrag gesteld. Ten eerste kan uitlevering alleen plaatsvinden als Nederland met die staat een verdrag heeft gesloten. Zonder zo’n verdrag is het uitgesloten dat Nederland iemand uitlevert. Ten tweede moet het feit waarvoor uitlevering wordt gevraagd ook in Nederland strafbaar zijn. Het kan dus niet zo zijn dat iemand wordt uitgeleverd voor feiten waarvan men in Nederland vindt dat ze niet bestraft moeten worden. Ten derde mag niet worden uitgeleverd als iemand al eerder is berecht voor de feiten waarvoor uitlevering wordt gevraagd. Dat zou immers betekenen dat iemand twee keer voor dezelfde feiten wordt bestraft en dat is in de meeste landen niet toegestaan. Bovendien mag de uitlevering niet worden gevraagd voor feiten die te lang geleden gebeurd zijn. Voor de meeste feiten waarvoor uitlevering wordt gevraagd is deze termijn echter vrij lang. Naast deze voorwaarden zijn er nog een aantal andere dingen die van invloed kunnen zijn op de uitlevering. 

 

Overlevering:

Met ingang van 12 mei 2004 is de procedure rond de uitlevering binnen de Europese Unie vereenvoudigd. Vanaf die datum is op uitleveringen binnen de Europese Unie de ‘Overleveringswet’ van toepassing, terwijl voor uitleveringen naar andere landen (buiten de Europese Unie) de Uitleveringswet blijft gelden.

 

Hoewel de Overleveringswet voor een groot deel gelijk is aan de Uitleveringswet, zijn er toch een aantal belangrijke verschillen. Een in het oog springende verandering is de verkorting van de procedure. Onder de Uitleveringswet duurt een procedure gemiddeld acht maanden, terwijl de nieuwe procedure in principe maximaal 60 dagen mag duren. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan deze termijn met 30 dagen verlengd worden.

De behandeling van het verzoek en de beroepsmogelijkheden zijn dan ook drastisch gewijzigd. In de procedure van de Overleveringswet is er maar één instantie die over de overlevering beslist, namelijk de rechtbank te Amsterdam. Tegen die beslissing is geen hoger beroep of cassatie mogelijk (in de Uitleveringswet is cassatie wel mogelijk). Bovendien worden de overleveringsverzoeken gedaan door middel van een standaardformulier (Europees Arrestatiebevel, het EAB). De Minister van Justitie speelt in de overleveringsprocedure geen rol meer. Voor een aantal met name genoemde strafbare feiten op het EAB is de eis afgeschaft dat ze ook naar Nederlands recht strafbaar moeten zijn (de eis van dubbele strafbaarheid). De meeste feiten op deze lijst zijn feiten die in Nederland toch wel strafbaar zijn, maar van een aantal is het nog de vraag wat daaronder moet worden verstaan. Omdat die feiten op de lijst staan, maakt het echter niet meer uit of de feiten in Nederland strafbaar zijn: de strafbaarheid daarvan wordt verondersteld. Alleen het recht van de staat die om overlevering verzoekt telt.

 

Naast deze verschillen is er ook een groot aantal zaken dat (vrijwel) hetzelfde geregeld is als in de Uitleveringswet. Zo kan ook in de Overleveringswet worden ingestemd met de overlevering (verkorte procedure), kan een persoon wiens overlevering wordt gevraagd vastgehouden worden totdat hij echt wordt overgeleverd, kan niet worden overgeleverd als de persoon al eens voor dezelfde feiten is berecht en wordt ook niet overgeleverd als de rechtbank van mening is dat de feiten te lang geleden zijn gebeurd (verjaring). 

 

Overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen:

Nederlanders die in het buitenland worden veroordeeld, kunnen soms hun straf in Nederland uitzitten. Dit wordt geregeld in de Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen (WOTS). Het voordeel voor de staat die de straf oplegt, is dat ze dan van de veroordeelde ‘af zijn’, voor Nederland is er het voordeel dat de veroordeelde contact houdt met de Nederlandse samenleving waarin hij na zijn straf moet terugkeren. Voor de veroordeelde is het natuurlijk belangrijk dat hij meer en makkelijker contact kan hebben met familie en vrienden. Ook zijn de detentieregimes in Nederlandse gevangenissen vaak goed (vergeleken met veel buitenlandse regimes). Of de veroordeelde eerst door Nederland is uitgeleverd, maakt in principe niet uit, hoewel dat wel een voordeel kan zijn voor een snellere terugkeer naar Nederland.

 

Het ondergaan van een in het buitenland opgelegde straf in Nederland kan alleen als Nederland met het betreffende land een verdrag heeft gesloten. Het is van dit verdrag afhankelijk wie het verzoek tot ondergaan van de straf in Nederland kan indienen. Dit kan de staat zijn die de straf heeft opgelegd, Nederland, of de veroordeelde zelf.

Als Nederland en de staat die de straf heeft opgelegd akkoord gaan met het ondergaan van de straf in Nederland, zal de veroordeelde worden overgedragen aan de Nederlandse autoriteiten. Deze overdracht wordt geregeld door de Afdeling Internationale Rechtshulp in Strafzaken (AIRS) van het Ministerie van Justitie. Afhankelijk van de procedure die gevolgd wordt, komt er dan een zitting voor een Nederlandse rechtbank die de straf gaat omzetten naar Nederlandse maatstaven. Na de omzetting door de rechtbank wordt door het Openbaar Ministerie gezorgd voor de tenuitvoerlegging van de – inmiddels Nederlandse – straf. 

 

Grensoverschrijdende rechtshulp:

Ten slotte kan in uw strafzaak aan de orde zijn grensoverschrijdende rechtshulp door politie en justitie. Te denken valt bijvoorbeeld aan grensoverschrijdende observatie, arrestatie op buitenlands grondgebied, het doorzoeken van uw woning, het in beslag nemen van goederen in uw woning in het buitenland en verhoor in Nederland door buitenlandse autoriteiten.

 

Voor meer informatie over de Uitleveringswet, de Overleveringswet, Justitiële en Politiële rechtshulp, de Wet Overdracht Tenuitvoerlegging Strafvonnissen en de toepasselijke verdragen en de internationale rechtspraak, kunt u contact opnemen met mr. A.H. Staring

Cliënt tevredenheids onderzoek
klik hier
voor
contact
T. 06-51286913